Arbeidsmiddelen die veel in gebruik zijn en vrijwel altijd te veel lichaamstrillingen veroorzaken zijn voertuigen zoals: electropallettrucks, heftrucks, tractoren, bestelwagens, terreinvoertuigen, loaders en dumpers en soms platformen en bordessen.
Hand-armtrillingen komen meestal voor in de vorm van bik- en boorhamers, slijp- en schuurmachines, trilnaalden, heggescharen en kettingzagen.
Voor het opstellen van een Ri/e laat de belasting als gevolg van trillingen en schokken zich het beste meten gedurende het werk. Het meten levert amper een verstoring binnen het productieproces op. Bij lichaamstrillingen zit of staat de bestuurder op een sensor; bij hand-armtrillingen wordt de sensor op het arbeidsmiddel geplakt. Een meting naar lichaamstrillingen duurt circa een uur; naar hand-armtrillingen duren de metingen vaak korter. Om het risico te kunnen evalueren is het meestal niet noodzakelijk om alle arbeidsmiddelen te meten. In gezamenlijk overleg worden de arbeismiddelen gekozen die de meeste kans bieden op een hoge mate van belasting.